Lang weekend Oostende

Op dit weekend hadden we ons verheugd. De expositie van ‘James Ensor en de avant-gardes aan zee’ in het Museum voor Moderne Kunst in Oostende. Centraal stond de Belgische schilder James Ensor, een schilder die ons nieuwsgierig maakt omdat er weinig musea zijn die zijn werk exposeren.

De TomTom zette ons blindelings af voor het twee sterren hotel Lido 2000.
Aanvankelijk dachten we van geluk te mogen spreken dat we tegenover dit hotel mochten parkeren. Op tijd zag ik een tweedelige garagedeur met daarop een blauw verweerd bordje met als beeltenis een auto die weggesleept wordt. Een Belgenmop dacht ik, maar een passante met een aangelijnde Yorkshire terriër overtuigde me van het tegendeel.
Dit type schoothond zie je hier opvallend veel meer naast vrouwen lopen dan een patente, potente vent.   

Ik activeerde de parkeerlichten en we brachten onze bagage naar binnen. Na te hebben ingecheckt, begonnen we aan een zoektocht naar een parkeerplaats, die echter op niets uitliep. In een laatste poging reed mijn vrouw Nettie, moe van ellende, door een rood stoplicht dat hoog buiten haar gezichtsveld hing.
Als een hyena, met een geel/oranje zwaailicht op zijn kop en een sireneachtig gejank uit zijn muil, dwong de politieauto ons tot stilstaan. Hoe kwam dit, tot een politieauto getransformeerde monster, zo plotseling uit het niets opgedoken achter ons terecht? Lag hij soms stilletjes op de loer? Een autoritair gemutste man verbaliseerde ons met schijnbaar sarcastisch genoegen. De grootste schik had hij in het meedelen van het feit dat de overtreding €150,- bedroeg en … ‘boter bij de vis’. Het leek ons verstandig het verschuldigde bedrag stoïcijns bij elkaar te sprokkelen, non verbaal te betalen, geruisloos te verdwijnen en de door hem aanbevolen parkeergarage op te sporen. Een nerveus knipperend rood licht met de intens witte lettercombinatie VOL deed ons de moed in de schoenen zakken. Toch vonden we een plaatsje in de Warschaustraat waar we voor luttele euro’s tot de volgende dag 13.30 uur konden parkeren. We liepen terug naar ons hotel. Een voor ons lopende horde senioren, nagiechelend en hikkend van een gezellige bingoavond, deed die €150,- verbaliserend vermogen even vergeten!

In het hotel gearriveerd, vertelden we het gebeuren aan de hospita, die alles reeds met de aanwezige hotelgasten bleek te hebben gevolgd. Het tafereel had zich blijkbaar aan de zijkant van het hotel afgespeeld. ‘We dachten dat die flikken een stelletje gangster aanhielden.’ We lachten onzichtbaar om die wonderlijke uitspraak in het Vlaams: ‘gangsters’, letterlijk, on-Engels uitgesproken.

We bestelden een Leffe en raakten in gesprek met een bijzonder tweetal. Een niet slecht ogende vrouw van ruw geschat 45, superslank en gestoken in een zwarte pulli, stijlvol gebroken door een turquoise overslaghesje.  Op haar schoot een poedeltje in een zwart truitje afgezet met gouden lovertjes. Een pantalon ontbrak er nog aan. Tegenover haar een goed verzorgde man met een te sympathieke uitstraling. De inschatting van Nettie dat deze mensen elkaar niet zolang kenden bleek deels waar te zijn. Toen ik de man vriendelijk toeknikte, interpreteerde hij dat als een opening. ‘Is meneer schrijver?’ ‘Ik houd mijn dagboekje bij’, antwoordde ik en vroeg Nettie om een sigaartje.
Het gesprek kwam op gang. Een half uur en twee wijntjes later waren zij Luc en Nic (Nicole). Zij kenden elkaar drie jaar. Luc was haar eerste echte liefde. Vóór hem had zij een doodlopende relatie met een jeugdvriend. Deze had morbide gedachten. Hij voorspelde bijvoorbeeld dat zij de veertig niet zou halen. ‘Maar op mijn veertigste hief ik mijn glas en knipoogde in de spiegel’, zei ze triomfantelijk. Ze nam een slok Cointreau, gaf de poedel een knuffel en keek naar Luc die een Gauloise aanstak en een rookwolkje richting Willem blies die zijn zwartrubberen natte neusje leek op te trekken. Toen Nic richting het toilet ging vertelde Luc over zijn twee dochters en een ex waar hij goed contact mee heeft. Dat Nic kinderloos was hadden wij al vermoed gezien haar getut met Willem. Het geven en nemen waar zij later over sprak bleek eenrichtingsverkeer te zijn omdat ze vertelde dat Willem altijd tussen hen in in bed lag terwijl Luc de ontmoetingen met zijn ex verzweeg ter wille van de lieve vrede. Ook zijn favoriete kledingstuk, het fleecejack, mocht hij niet dragen. Ze wilde zo niet met hem gezien worden. Ze graaide in de plastic tas die tegen de tafel leunde. Er kwam een zwart fleecejack, afgezet met een gouden bies, tevoorschijn.
 ‘Kijk, dit vind ik nu wel kunnen!’

De volgende ochtend, toen wij genoten van een uitgebreid ontbijt, zagen we Nic die ons duidelijk negeerde. Luc, die wij op straat tegen het lijf liepen, moest wel met een verkrampt ‘goede morgen’ reageren. Het was overduidelijk dat zij teveel over zichzelf hadden losgelaten. Wij vervolgden onze weg naar het Museum voor Moderne Kunst-aan-zee waar we de schilderijen van Ensor bekeken. Vooral het 2.58 meter hoge en 4.31 meter brede doek ‘de Intocht van Christus in Brussel’ sprak tot onze verbeelding.
Je ziet Christus op een ezel met daaromheen mensen met maskers en een fanfare. Een clowneske voorstelling bol van ironie. In gedachte hoorde ik Boudewijn de Groot ‘het land van Maas en Waal’ zingen en zag de burgemeester met zijn gepeupel stampend in marstempo voort marcheren. Het was Ensor’s wraak op Brussel, de stad die hem veel teleurstellingen bracht.
Trouwens, het origineel bevindt zich in het Paul Getty Museum in Los Angeles.

Later hoorden we van de barman dat Luc en Nic eveneens de expositie wilden zien maar dat Willem de toegang tot het Museum was ontzegd. Nic scheen woedend gereageerd te hebben omdat Luc desondanks een toegangskaartje voor zichzelf had gekocht. Uiteindelijk boeide Ensor hem toch niet. Wel werd hij getroffen door een schilderij uit de vaste collectie: een madammeke met sigaret starend uit een venster. Naast haar een naakte poedel liggend op een zwart fleecejack met kunstig geschilderde gouden lovertjes.

 

Korte verhalen

Het schrijven van korte verhalen doe ik louter voor mijn plezier. Soms heb ik een inval die ik via mijn spraakrecorder op mijn mobiel  inspreek. Thuis werk ik dit uit tot een kort verhaal.
De onderwerpen zijn divers: vanuit het leven gegrepen tot en met fictieve verhalen.

Footer slideshow schrijven korte verhalen

  • Korte-verhalen.jpg
Copyright © 2019 Ed Wennink

Hoofdmenu

Free Joomla! templates by Engine Templates