Aanrijding

18 maart 2007, een dag om nooit te vergeten.

Het was gisteren een latertje.
Na lekker uitgeslapen te hebben ontbeten we uitgebreid. Het zachtgekookte eitje en de croissant, waarmee wij ons traditiegetrouw ’s zondags verwennen, ontbraken hieraan niet. We zochten samen wat liedjes uit voor een nieuw Ed & Steve Songbook en ik twijfelde sterk of ik de receptie van een zeer geliefde oud-leerlinge, die de leeftijd van 30 jaar als een mijlpaal beschouwde, wilde meemaken. Een waardevolle discussie met Nettie, mijn vrouw, gaf de doorslag. Na een hevige hagelbui te hebben afgewacht startte ik tegen drieën de Nissan Primera 2.0, reed richting Hoogeveen en parkeerde in de buurt van de ‘Pub’, waar zich de gelukzalige zou bevinden. Bij ABN/AMRO een redelijk bedrag gepind dat aan de verwachting van de kadotip, afgebeeld op de uitnodiging, voldeed. Het was warm binnen en redelijk bezet. Ik bestelde koffie en tastte de genodigden af. Weinig bekenden. Dit gaf mij de gelegenheid het geluidsgeweld te trotseren en naar achter te lopen om Marloes te feliciteren. Haar broer Danny, eveneens een oud-leerling, vermaakte zichzelf en haar met zijn band. Drankjes werden aangeboden. Ik hield het bij twee koffie en een Bordeaux. Tegen zessen verdween ik geruisloos, startte de auto en reed naar snackbar ‘Frits’ waar ik een broodje ham bestelde. De zaak werd bezet door een ziekelijk uitziende man die een patatje oorlog vredig naar binnen schoof. Zo’n broodje ham smaakt altijd het lekkerst achter het stuur. Gezellig met jezelf. Geeft rust. Maakt gedachten los. Ik stelde me voor hoe de avond verder zou verlopen: Nettie, die me een goed smakende maaltijd voorzet. Daarna, onder het genot van een glas wijn, foto’s van ons fantastisch weekendje Oostende uitzoeken om deze vervolgens na te bestellen.

Ondertussen zoefde de Nissan over de weg. Een relaxte kar. Vóór me een eyecatcher die steeds groter werd. Links, naast de merknaam Daihatsu een gestileerde vis. Gevoelens van hypocrisie bevingen me. Richtingaanwijzer naar links en zo snel mogelijk passeren. Het liep tegen zevenen, tijd voor Kunststof op radio één. Een programma dat ‘rijtijdverkortend’ werkt.

Na het bord "Beilen" gepasseerd te hebben nam ik de afslag Drachten. Ik kwam nu op de nieuw geasfalteerde weg met een middenstreep in frisgroen geflankeerd door witte strepen. Zag er redelijk verlaten uit. De zon die het bijna voor gezien hield scheen met een laag, verblindend licht. Toen ik het bord Appelscha/Drachten naderde met links van mij de Smildermast schoot er vanuit het niets een grote ree de weg op. De linkerkant van de auto raakte haar. Geheel uit balans gebracht reed ik nu op de verkeerde weghelft. Een ruk aan het stuur veroorzaakte een dusdanige deining dat ik omslaan van de auto vreesde. Wetten van de zwaartekracht zijn dan ver te zoeken. Doordat de banden, een week tevoren, vernieuwd waren ontstond er weer grip. Ik schoot de berm in. Pollen gras werden de lucht
in geslingerd. Ik gaf me geheel over, schoot naar beneden en stond stil. De auto overdwars,
neus gericht op de weg. Na een tijdje ‘ins Blauen hinein’ gestaard te hebben besefte ik dat mij niets mankeerde. Ik belde Nettie en vertelde wat me overkomen was. Doordat ik zo rustig klonk dacht ze dat ik wat met haar dolde. Binnen twintig minuten zou ze bij me zijn.

Voor me zag ik twee verbouwereerde mensen staan. Een vreemd gezicht als je vanuit een greppel naar boven kijkt. Ze leken langer dan ze waren. Ik stapte uit en riep: ‘Ik mankeer niets hoor!’ Klauterde naar boven en gaf ze een hand. ‘Goh man, ik sta nog te shaken’, bekende de asgrauw ogende vrouw in zwaar Utrechts. ‘Sorry hoor, maar ik moet even een peuk draaien’. De man stond met zijn handen in zijn zak maar nee te schudden. ‘Je hebt geluk gehad. Laten we zeggen, wij allen hebben geluk gehad’. Het bleken mijn tegenliggers te zijn.
Doordat ik het te druk had om de auto in gareel te houden was de tegemoet komende auto me geheel ontgaan. ‘Het was heel vreemd’, vervolgde de man die ondertussen ook een shagje in zijn mond had dat met ieder woord meebewoog. ‘We zagen die ree voor jouw auto springen en een seconde later was de weg leeg. Geen ree, geen auto meer te bekennen. Het leek wel een soort van UFO-verhaal’. Een toevallig passerende wegenwacht zag ons staan in het licht van de ene, nog brandende koplamp. Hij hoorde het hele verhaal aan en reageerde met: ‘Je hebt een engel boven je hoofd gehad. Met 200 km. op elkaar blijft er alleen puree over’. Hij
zou de politie bellen. De tegenliggers namen afscheid en ik zocht in mijn auto naar iets warms. Het was kil geworden. Op dat moment ontdekte ik de plastic zak met als inhoud de uitwerpselen van onze katten. Op de heenreis zou ik deze in de container, die vijfhonderd meter van de boerderij staat, deponeren. Glad vergeten. Ik greep de zak, die gelukkig nog dichtzat, en wierp deze door het gat waar eens de achterruit zat. Ik wilde niet het risico lopen dat deze zou gaan lekken met als gevolg een auto die eeuwig naar kattenbak zou stinken. De politie en Nettie arriveerden tegelijk. Een sleepbedrijf werd gebeld. Ik werd bewust gemaakt van het feit dat je bij een aanrijding gelijk wettige eigenaar van het corpus delictum bent. Ik bedankte hiervoor. Had nooit reerug gegeten en de nieuwsgierigheid hiernaar ontbrak nu ook.

De volgende dag reden we naar onze garage om de schade te bekijken. Geheel tegen de verwachting in bleek de Nissan total-loss te zijn. De rechterzijkant lag in elkaar en het dak was ontzet. Door de snelheid waarmee alles gebeurde had ik niet in de gaten gehad dat de zijflank een boom had geraakt. De monteur had al onze bezittingen in de leenauto over-geheveld.

Drie dagen later haalden we de onnodige spullen uit de auto. Er stond ook een plastic vuilniszak. ‘Ik dacht dat je die shit had weggegooid!’ ‘Klopt’, zei ik en keek verbaasd naar de zak. ‘Wat zit daar dan in?’ ‘Waarschijnlijk draagriemen voor de fiets’. Ik opende de zak. Een onmiskenbare lucht walmde ons tegemoet.
Later bleek dat het sleepbedrijf de zak had zien liggen en deze gewoon weer had teruggelegd…

Alles moet nu eenmaal retour naar de rechtmatige eigenaar!

Korte verhalen

Het schrijven van korte verhalen doe ik louter voor mijn plezier. Soms heb ik een inval die ik via mijn spraakrecorder op mijn mobiel  inspreek. Thuis werk ik dit uit tot een kort verhaal.
De onderwerpen zijn divers: vanuit het leven gegrepen tot en met fictieve verhalen.

Footer slideshow schrijven korte verhalen

  • Korte-verhalen.jpg
Copyright © 2019 Ed Wennink

Hoofdmenu

Free Joomla! templates by Engine Templates