Lia uit Tuindorp

(Tuindorp Oostzaan is een van de tuindorpen in Amsterdam-Noord)

1964

Ik had niet zoals vele van mijn leeftijdsgenoten de onbedwingbare behoefte om een meisje te versieren. Hoofdzakelijk was dit te wijten aan een combinatie van eerzucht en luiheid. Mijn twee jaar jongere zus, die regelmatig vriendinnen mee naar huis nam, maakte mij het in dit opzicht gemakkelijk. Lia uit Tuindorp, een collega van haar, is me bijgebleven. Ze werkten beiden als modinettes bij Hollandia Kattenburg.  Ze was piepklein en te gewillig. Haar lengte schroefde ze op door het dragen van voor haar te grote pumps in tomatenrood, een kleur die mijn oma gebruikte om haar wc-bril te schilderen. De breedte van dit schoeisel accentueerde de matige omtrek van haar benen.  Zij deed me denken aan Katrien Duck.
Zij had het op mij voorzien. Haar pa bestuurde een metallic gouden Chevrolet Bel Air V8  met gevleugelde kofferbak uit 1959.  Een cabriolet, waarin je achteloos je onderarm op het naar beneden gedraaide raam legde en het gevoel had de wereld in je zak te hebben.
Eén rit met die auto en ik nam zijn dochter voor lief.

Op een dag - ik zat gespannen naar het boksduel Liston/Clay te kijken - trad Lia binnen en nam plaats op de geeloranje bloemetjesbank. Mijn zus voorzag ons van thee met een mariebiskwietje en ging zich optutten. Ik zat opgescheept met iemand die mijn aandacht probeerde te vangen. ‘We gaan vanavond naar de bios!’ ‘Geweldig’, antwoordde ik afwezig toen Clay, na dansend voetenwerk, uithaalde naar Liston. ‘Heb je zin om mee te gaan?’ ‘Naar welke film gaan jullie?’ hoorde ik mezelf zeggen. ‘Naar de première van ‘Suna No Onna’, een Japanse film die recentelijk een prijs won.’ ‘Oh’, reageerde ik afwezig. Clay liet op dat moment, in de zesde ronde, ogenschijnlijk moeiteloos een aantal combinaties op het gezicht van Liston belanden. Toen de bel voor de zevende ronde luidde, kwam de aangeslagen Liston niet meer uit zijn hoek. ‘I’m the greatest!’ riep Clay … en was regerend wereldkampioen.
Ik pakte mijn Marie-biskwietje en sopte dit in de thee. ‘Ga je nou mee of niet?’, klonk er tegenover me.  ‘Eigenlijk heb ik niet veel zin’, zei ik. Een rode pump vloog als antwoord naar mijn hoofd. Bliksemsnel bukte ik en zag dat het gevaarte Poelie, onze aangelopen zwarte kater, die net toilet maakte, vol op zijn ronde, boosaardige kop raakte. Krijsend sprong hij overeind, keek me verwijtend aan zonder enig besef van ‘wie de dader zou kunnen zijn’ en verdween in de entree van de kattenbak. Om verdere calamiteiten te voorkomen stemde ik toch maar toe.

Vaak wordt het ene noodlot gevolgd door een ander. Een gesmoorde kreet bereikte ons vanuit de keuken. In een poging het haar met waterstofperoxyde te blonderen had mijn zus niet op de juiste verhouding: 40% water, 40% zoutzuur en 20% waterstofperoxyde gelet. Het hing als touw langs haar wangen. Ik zag de ontreddering in haar ogen. Nadat ze eerst, tot mijn grote genoegen, thuis wilde blijven besloot ze een half uur later toch te gaan. Met enige kunstgrepen, vrouwen eigen, was het een acceptabel kapsel geworden. Ze had het opgestoken waardoor ontstane kleurverschillen niet of nauwelijks opvielen. We begaven ons op weg. Het was een echte zomerse dag. Lia droeg een doorschijnend wit jurkje waartegen haar rode pumps afstaken. Na een half uurtje lopen zagen we de aankondiging boven de ingang van de bioscoop: De vrouw in het zand, en daaronder in kleine rode letters, Suna No Onna.

De film ging over een entomoloog die in een afgelegen gebied in Japan insecten bstudeerde. Hij miste zijn bus naar Tokio en kon overnachten bij een vrouw die een huisje in een zandkuil bewoonde. De volgende dag bleek de ladder waarmee hij afdaalde verdwenen. Op den duur zou het huis bedolven worden onder het binnendringende zand. Doordat er geen uitweg was moest hij zijn lot aanvaarden. De erotische spanning die tussen de man en de vrouw ontstond kreeg zijn weerslag op Lia die voorzichtig haar hand op de mijne legde. Ik ervoer dit als een mix van medelijden en walging en trok mijn hand weg. De hare bleef levenloos op mijn stoelleuning achter. Het verloop van de film hoorde ik later van mijn zus.

Na de film kochten we een ijsje. Likkend spraken we na over de film. Al gauw ging het gesprek over confectie, waardoor ik van hun zijde week en de pas wat inhield. De film hield me bezig. Nee, niet alleen de film maar ook die aanraking van Lia.


Toen ik weer opkeek, werd het me rood voor mijn ogen. Deze keer waren het niet de pumps maar een ronde rode vlek in haar smetteloos witte jurk, alsof deze de Japanse vlag symboliseerde. Lia was ongesteld! Niet helemaal vertrouwd met een dergelijke situatie zocht ik naar een onopvallende manier om mijn zus te raadplegen en ging ik naast haar lopen. Lia - afgeleid door een zwerver die luidruchtig een van zijn favoriete Jordanese liederen ten gehore bracht - vertraagde haar pas en ik maakte van deze gelegenheid gebruik. Toen zij weer gelijke tred hield, maakte mijn zus haar deelgenoot van mijn precaire boodschap. Wat ik niet hoopte, gebeurde toch: ze begon opzichtig achterom te kijken als een hond die in zijn staart probeert te bijten. ‘Waarom bind je je vest niet om je middel? Het heeft vrijwel dezelfde kleur als jouw ongemak en de pumps vloeken daar ook niet bij’. Mijn advies nam ze ter harte. Vervolgens wierp ze me een dodelijke blik toe.

Ze bleef bij ons overnachten. Toen haar vader de volgende dag zijn Chevy voor ons huis schoof en Lia instapte, wist ik dat de vier ronde achterlichten het laatste beeld opleverden van een onmogelijke liefdesrelatie.

Korte verhalen

Het schrijven van korte verhalen doe ik louter voor mijn plezier. Soms heb ik een inval die ik via mijn spraakrecorder op mijn mobiel  inspreek. Thuis werk ik dit uit tot een kort verhaal.
De onderwerpen zijn divers: vanuit het leven gegrepen tot en met fictieve verhalen.

Footer slideshow schrijven korte verhalen

  • Korte-verhalen.jpg
Copyright © 2019 Ed Wennink

Hoofdmenu

Free Joomla! templates by Engine Templates